Vervolg historie kerk, koor en de parochie.

Zoals het was in het begin ……….

 

De vrouwen, met hoofddoekje, links gezeten. De mannen rechts of staande achteraan in de kerk en in het portaal.

De kinderen helemaal vooraan in de kinderbankjes, onder de wakende ogen van de nonnetjes. De oudere kinderen tegenover de zijaltaren. Meisjes aan linkerzijde van de kerk; jongens rechts natuurlijk, even zoals hun ouders gescheiden zaten. De oudere kinderen zaten stil in “devotie” voor zich uit te staren, op hun kerkstoel met hoge leuning en gevlochten rieten stoelmat, verlangend naar het “Ite missa est” .

Eén kleine misdraging en je zat vooraan op je knieën op de koude plavuizen, voor de beelden van de

H. Familie of voor het zijaltaar.

En was de Consecratie aanstaande, dan werden de stoelen, luidruchtiger dan noodzakelijk, omgedraaid om de mis verder op je knieën te volgen.

Dat was best ongemakkelijk en pijnlijk, zowel fysiek als psychisch, niet in het minst door de plicht om nuchter te zijn voor het ter communie gaan. Hoewel je er je niet door mocht laten verstoren, was de commotie groot onder het kerkvolk, als één van hen het níet redde en met luide bons flauwviel op het houten plankier. En vrijwel iedereen wilde dan wel weten wie zich niet staande had weten houden in de langdurigheid van de Eucharistie. Alle ogen gericht op de ongelukkige die de H. Mis aan het hoofdaltaar ongewild verstoorde.

Nog zo’n moment van balorigheid was de hilariteit als iemand over het knielbalkje in de banken struikelde. Ook dát bracht soms wat leven in de kerk door een vertwijfeld en ingehouden maar hoorbaar gniffelend medeleven.

Maar, de meesten waren tijdens de Mis diep in hun missaal met goud op snede verzonken en een enkeling nog dieper en hoorbaar in dromen, om abrupt daaruit bij een donderend “Credo” te ontwaken.

 

Het Pelsorgel, meesterlijk enthousiast bespeeld door koster-organist Hubert Vercouteren, wierp dan z’n muzikale geluid krachtig in de akoestiek van de kerk.

Vercouteren had er dan zichtbaar genoegen in om alle registers open te gooien en de glas-in-loodramen te doen trillen; het kerkvolk bedenkelijk achterom naar boven doen kijkend.

Credo in unum Deum,

wie kent het niet, werd uit volle borst meegezongen.

Weer zo’n moment waarop je je in de kerk even kon laten horen.

Verder moest je stil zijn en elkaar ongezien, fluisterend benaderen. Ssssssssssst, met de wijsvinger voor de mond.

Je bekeek de prachtige afbeeldingen op de rug van het kazuifel. Alleen het “Dominus vobiscum” gaf de gelegenheid ook de voorzijde te bezien. De priester draaide zich dan om met zijn gezicht naar de aanwezigen in de kerk.

En het mannenkoor en volk antwoordde: “Et cum Spiritu tuo”.

En zo duurde de mis voort, afwisselend met door de priester in het Latijn gezongen gebeden en het Herenkoor Gregoriaanse gezangen, in een door wierook bezwangerde kerk. 

“Gloria in excelsis Deo”  - (Eer aan God in den hoge….)

klonken in de kerstnacht de mannenstemmen van het Gregoriaans koor "Sint Caecilia" in een Cuyperskerk gevuld met goedmoedige mensen van goede wil.